Night keek door de bomen omhoog naar de toppen van de bomen. Ze waren in dikke mist gehuld en bijna onzichtbaar. Een eekhoorn schoot voor hem uit. Snel als de wind rende hij de eekhoorn achterna. De eekhoorn wilde in een boom klimmen maar was te laat. Night had hem al te pakken, de eekhoorn spartelde nog eenmaal en hing toen stil in de bek van Night. Rustig ging Night liggen en at de eekhoorn op.